Famous Forcer Paul Ernes: Directeur én schapenhouder
Wie Paul alleen kent als de gedreven operationeel directeur van Logistic Force, weet waarschijnlijk niet dat hij in zijn vrije tijd met minstens zoveel toewijding een heel andere ‘kudde’ aanstuurt. Schapen, welteverstaan. Ooit begonnen als kind tussen de pony’s en fruitbomen, nu trotse eigenaar van zo’n 15 wollige bewoners in de wei. Tijd om hem eens te spreken over zijn verrassende hobby.
Van pony’s naar schapen
“Vroeger hadden we thuis altijd pony’s,” vertelt Paul. “Mijn vader was fruitteler en er liepen altijd wel wat dieren rond. Omdat pony’s de wei niet helemaal kaal eten, zetten we er altijd één of twee schapen bij — goed voor de grasmat én voor de wormresistentie.” Zelf had hij weinig met paarden (“ik was er zelfs bang voor”), maar de schapen vond hij wél leuk. Na het overlijden van zijn vader bleven er een paar over en Paul besloot ermee door te gaan.
Sindsdien zijn er wel wat dingen veranderd. “Ik heb de oude stal afgebroken en een nieuwe gebouwd. En ik ben overgestapt van het Tesselaar ras naar Suffolk schapen .” Momenteel telt zijn kudde 18 lammeren en volwassen schapen, richting de winter gaat hij terug naar zo’n 7 schapen.
Rust in de wei
Op de vraag wat hij zo mooi vindt aan het werken met schapen, is Paul duidelijk: “Het is voor mij pure ontspanning. In mijn werk als directeur word ik de hele dag van links naar rechts geslingerd. Maar de schapen zijn altijd blij als ik kom. Ik krijg er energie van.” De zaterdag is zijn vaste schapendag. “Van 8.30 uur tot zonsondergang ben ik ermee bezig. En in het voorjaar ben ik een weekje of twee wat onbetrouwbaar en flexibeler met afspraken vanwege de lammertijd. Dat begrijpt iedereen bij Logistic Force.”
Structuur, rust en een beetje liefde
Over schapen bestaan nogal wat misverstanden. “Mensen denken vaak dat ze vervelend zijn omdat ze zo blaten. Maar dat gedrag is meestal aangeleerd, net als bij een schooiende hond. Als je ze telkens voert, gaan ze blaten. Ik houd van structuur en voer dus eenmaal per dag. Daarnaast is rustig omgaan met de dieren een must voor een rustige en aaibare kudde.”
Sommige dieren krijgen een speciaal plekje bij Paul. “Eentje heb ik met de fles grootgebracht. Die komt altijd gedag zeggen en duwt me opzij als ik een ander schaap te veel aandacht geef. Je snapt dat dit schaap dus nooit bij ons weggaat.”
Van stal naar strategie
Opvallend genoeg haalt Paul uit zijn hobby ook lessen voor zijn werk. “Ik wil collega’s niet met schapen vergelijken hoor,” zegt hij lachend, “maar er zijn wel overeenkomsten. Als leidinggevende moet je rust en overzicht bewaren. Dat geldt ook voor een kudde schapen. Onrust straalt meteen door, zowel op schapen als op mensen.”
Mensen zijn vaak verbaasd als ze horen over zijn leven buiten werktijd. “Er was ooit een sollicitant die zei: ‘Is dat niet die boer uit het dorp?’ Dan moeten ze lachen als ze horen dat ik ook directeur ben. Dat contrast vind ik eigenlijk wel mooi.”
Avonturen en anekdotes
Schapen houden is nooit saai. Zo liep vorig jaar één van zijn rammen op een industrieterrein vlakbij het vliegveld in Beek, dus al snel werden de marechaussee en politie erbij gehaald. “Mijn vrouw heeft hem uiteindelijk gewoon met een halsband opgehaald. Iedereen in rep en roer, maar hij liep vredig mee naar huis.”
Of die keer dat Paul op afstand een bevalling begeleidde via camerabeelden en zijn telefoon. “Ik was op kantoor, mijn vrouw durfde een bevalling niet aan en de veearts had geen tijd. Gelukkig durfde onze buurvrouw, die dierenartsassistente is, het wel. Met mijn instructies erbij is het lam gezond geboren.”
Geen dag zonder zorg
Schapen vragen continu aandacht. “Je zorgt voor levende wezens, dat betekent 24/7 beschikbaarheid. In vakanties regelen we altijd oppas. Vroeger deed mijn oom dat, nu helpen mijn dochters en een buurvrouw. Maar langer dan tien dagen weg gaan we nooit.”
Ook bij ziekte is het aanpoten. “Tijdens de blauwtong-uitbraak vorig jaar hebben we alles op alles gezet. Gelukkig hebben we geen dieren verloren, maar het was veel werk: pijnstilling, eten stimuleren en ze continu in de gaten houden.”
Toekomst en tips
Op de vraag wat hij leuker vindt – een geslaagd logistiek project of een pasgeboren lammetje – hoeft Paul niet lang na te denken. “Allebei natuurlijk, maar als ik moet kiezen: het lammetje. Dat heb ik altijd al gedaan en hoop ik over 30 jaar nog te doen. Werken bij Logistic Force doe ik dan waarschijnlijk niet meer.”
Voor wie overweegt ook schapen te gaan houden, is hij eerlijk: “Het is prachtig, maar onderschat het niet. Je moet het écht willen, want je kunt geen dag overslaan.”
Tot slot: uit de mond van een kind
Als afsluiter deelt Paul nog een klassiekertje. “Toen mijn oudste dochter in de kleuterklas zat, kwamen haar klasgenootjes naar de lammetjes kijken. De volgende dag vroeg de juffrouw: ‘Wat doet jouw vader eigenlijk met al die lammetjes?’ Waarop mijn dochter zei: ‘Die gaan naar de slager.’ Tja, zo is het leven ook weer.”